Text copied!
Bibles in Dutch

Handelingen 13:20-29 in Dutch

Help us?

Handelingen 13:20-29 in De Heilige Schrift, Petrus Canisiusvertaling, 1939

20 Daarna gaf Hij hun ongeveer vierhonderdvijftig jaar lang rechters tot aan Sámuël, den profeet.
21 Toen vroegen ze een koning, en God gaf hun Saul, den zoon van Kis, een man uit Benjamins stam, veertig jaar lang.
22 Nadat Hij hem had verworpen, verwekte Hij hun David tot koning, van wien Hij heeft getuigd en gezegd “Ik heb David, den zoon van Jesse, gevonden, een man naar mijn hart, die volbrengen zal al wat Ik wil.”
23 Uit zijn zaad heeft God, naar zijn belofte, voor Israël Jesus als Verlosser doen opstaan.
24 Reeds vóór Hij optrad, had Johannes aan het ganse volk van Israël een doopsel van boete gepreekt;
25 en toen zijn levenstaak ten einde liep, heeft Johannes gezegd “Hij, voor wien gij mij houdt, ben ik niet; maar zie, na mij komt er Een, wiens schoeisel ik niet waardig ben te ontbinden”.
26 Mannen broeders, zonen uit Abrahams geslacht en de godvrezenden onder u: tot ons is dit woord van verlossing gezonden.
27 Zeker, de bewoners van Jerusalem en hun hoofden hebben Hem miskend; en door hun vonnis hebben ze in vervulling doen gaan, wat de profeten hebben voorspeld, en wat iedere sabbat wordt voorgelezen.
28 Ofschoon ze niets hadden gevonden wat de doodstraf verdiende, hebben ze toch Pilatus gevraagd, Hem te doden;
29 en toen ze alles hadden voltrokken, wat over Hem geschreven staat, heeft men Hem van het kruis genomen en neergelegd in een graf.
Handelingen 13 in De Heilige Schrift, Petrus Canisiusvertaling, 1939