Text copied!
CopyCompare
De Heilige Schrift, Petrus Canisiusvertaling, 1939 - Spreuken - Spreuken 7

Spreuken 7:7-26

Help us?
Click on verse(s) to share them!
7Lette ik op het onervaren volk, En zag onder de jongemannen een onverstandigen knaap.
8Hij ging langs de straat, dicht bij haar hoek, En sloeg de richting in naar haar huis,
9In de schemering, toen de avond viel En het nachtelijk duister.
10Daar komt de vrouw op hem af, Opzichtig gekleed met duidelijke bedoelingen.
11Wat ziet ze er losbandig en lichtzinnig uit, In huis kunnen haar voeten het niet houden;
12Ze loopt de straat, de pleinen op, En bij elke hoek staat ze op wacht!
13Ze grijpt hem vast, geeft hem een kus, En zegt tot hem met een onbeschaamd gezicht:
14Dankoffers had ik te brengen, Vandaag heb ik mijn geloften betaald;
15Daarom ging ik naar buiten, u tegemoet, Om u te zoeken, en ik hèb u gevonden.
16Dekens heb ik op bed gelegd, Bonte dekens van egyptisch lijnwaad;
17Ik heb mijn bed met myrrhe besprenkeld, Met aloë en kaneel.
18Kom, laat ons dronken worden van minne, En tot de morgen zwelgen in liefde.
19Mijn man is niet thuis, Hij is op een verre reis;
20Een buidel geld heeft hij bij zich gestoken, Dus komt hij met volle maan pas terug.
21Door haar radde taal verleidde ze hem, Met haar gladde tong troonde ze hem mee.
22Daar loopt de sukkel met haar mee, Als een stier, die naar de slachtbank gaat; Als een hert, dat huppelt naar het net,
23Totdat een pijl hem het hart doorboort; Als een vogel, die scheert naar de strik, En niet vermoedt, dat het om zijn leven gaat.
24Welnu dan, kinderen, luistert naar mij, Schenkt uw aandacht aan mijn woorden.
25Laat u niet op haar wegen verleiden, Dwaalt niet op haar paden rond.
26Want talrijke slachtoffers heeft ze gemaakt, Velen heeft ze om hals gebracht;

Read Spreuken 7Spreuken 7
Compare Spreuken 7:7-26Spreuken 7:7-26