Text copied!
CopyCompare
De Heilige Schrift, Petrus Canisiusvertaling, 1939 - Spreuken - Spreuken 7

Spreuken 7:6-19

Help us?
Click on verse(s) to share them!
6Want kijkend door het venster van mijn woning Door de tralies heen,
7Lette ik op het onervaren volk, En zag onder de jongemannen een onverstandigen knaap.
8Hij ging langs de straat, dicht bij haar hoek, En sloeg de richting in naar haar huis,
9In de schemering, toen de avond viel En het nachtelijk duister.
10Daar komt de vrouw op hem af, Opzichtig gekleed met duidelijke bedoelingen.
11Wat ziet ze er losbandig en lichtzinnig uit, In huis kunnen haar voeten het niet houden;
12Ze loopt de straat, de pleinen op, En bij elke hoek staat ze op wacht!
13Ze grijpt hem vast, geeft hem een kus, En zegt tot hem met een onbeschaamd gezicht:
14Dankoffers had ik te brengen, Vandaag heb ik mijn geloften betaald;
15Daarom ging ik naar buiten, u tegemoet, Om u te zoeken, en ik hèb u gevonden.
16Dekens heb ik op bed gelegd, Bonte dekens van egyptisch lijnwaad;
17Ik heb mijn bed met myrrhe besprenkeld, Met aloë en kaneel.
18Kom, laat ons dronken worden van minne, En tot de morgen zwelgen in liefde.
19Mijn man is niet thuis, Hij is op een verre reis;

Read Spreuken 7Spreuken 7
Compare Spreuken 7:6-19Spreuken 7:6-19