9Luiaard, hoe lang blijft ge liggen, Wanneer zult ge ontwaken uit uw slaap?
10Nog even slapen, nog even soezen, Nog even in bed de handen over elkaar:
11En de armoe overvalt u als een zwerver, Het gebrek als een rover!
12Een nietsnut is het, een booswicht, Die omgaat met bedrieglijke taal;