Text copied!
CopyCompare
De Heilige Schrift, Petrus Canisiusvertaling, 1939 - Spreuken - Spreuken 6

Spreuken 6:2-13

Help us?
Click on verse(s) to share them!
2Verstrikt zijt geraakt in uw eigen woorden, In uw eigen beloften gevangen:
3Doe dan, mijn zoon, wat ik zeg, en red u eruit; Want ge zijt in de macht van uw naaste! Ga heen zonder talmen, Dring aan bij uw naaste;
4Gun uw ogen geen rust, Uw wimpers geen slaap;
5Ruk u los als een gazelle uit de strik, Als een vogel uit de hand van den vogelaar.
6Luiaard, ga kijken naar de mier; Zie, hoe ze zwoegt, en word wijs!
7Al heeft ze geen leider, Geen opzichter, geen heerser,
8Toch zorgt ze in de zomer voor haar spijs, Zoekt ze in de oogsttijd haar voedsel bijeen.
9Luiaard, hoe lang blijft ge liggen, Wanneer zult ge ontwaken uit uw slaap?
10Nog even slapen, nog even soezen, Nog even in bed de handen over elkaar:
11En de armoe overvalt u als een zwerver, Het gebrek als een rover!
12Een nietsnut is het, een booswicht, Die omgaat met bedrieglijke taal;
13Die met de ogen knipt, met de voeten wenkt, En tekens geeft met de vingers;

Read Spreuken 6Spreuken 6
Compare Spreuken 6:2-13Spreuken 6:2-13