Text copied!
CopyCompare
De Heilige Schrift, Petrus Canisiusvertaling, 1939 - Spreuken - Spreuken 4

Spreuken 4:7-20

Help us?
Click on verse(s) to share them!
7Aanvang der wijsheid is: doe wijsheid op, Doe inzicht op, zoveel ge kunt;
8Zij zal u verheffen, als ge haar hooghoudt, U aanzien verlenen, als ge haar omhelst;
9Zij vlecht om uw hoofd een sierlijke krans, En verrijkt u met een prachtige kroon!
10Luister mijn zoon, neem mijn woorden aan, Opdat ge lange jaren moogt leven.
11Ik wijs u de weg van de wijsheid, Doe u de paden van het recht betreden.
12Gaat ge daarop, dan zal men uw tred niet belemmeren, Snelt ge daar voort, dan struikelt ge niet.
13Houd onverzwakt vast aan de tucht, Neem haar in acht, want zij is uw leven.
14Begeef u niet op de weg der bozen, Ga niet voort op het pad der zondaars;
15Laat ze liggen, ga er niet overheen, Mijd ze, ga ze voorbij!
16Want ze rusten niet, of ze moeten kwaad kunnen doen, Ze gaan niet slapen, eer ze iemand hebben doen struikelen;
17Ze eten het brood der boosheid, En drinken de wijn der geweldenarij.
18Maar de weg der deugdzamen is als het morgenlicht, Dat gaandeweg opklaart, tot het dag is geworden.
19De weg der bozen gelijkt op een donkere nacht, Ze weten niet, waarover ze struikelen;
20Mijn zoon, schenk uw aandacht aan wat ik ga zeggen, Leg uw oor te luisteren naar mijn woorden;

Read Spreuken 4Spreuken 4
Compare Spreuken 4:7-20Spreuken 4:7-20