4Gaf hij mij onderricht en zeide tot mij: Neem mijn woorden ter harte, Neem mijn wenken in acht, en leef;
5Doe wijsheid, en doe inzicht op, Vergeet mijn woorden niet, En wijk er nimmer van af!
6Verwaarloos haar niet, zij zal u behoeden, Als ge haar liefhebt, u beschermen.
7Aanvang der wijsheid is: doe wijsheid op, Doe inzicht op, zoveel ge kunt;
8Zij zal u verheffen, als ge haar hooghoudt, U aanzien verlenen, als ge haar omhelst;
9Zij vlecht om uw hoofd een sierlijke krans, En verrijkt u met een prachtige kroon!
10Luister mijn zoon, neem mijn woorden aan, Opdat ge lange jaren moogt leven.
11Ik wijs u de weg van de wijsheid, Doe u de paden van het recht betreden.