Text copied!
CopyCompare
De Heilige Schrift, Petrus Canisiusvertaling, 1939 - Spreuken - Spreuken 4

Spreuken 4:12-25

Help us?
Click on verse(s) to share them!
12Gaat ge daarop, dan zal men uw tred niet belemmeren, Snelt ge daar voort, dan struikelt ge niet.
13Houd onverzwakt vast aan de tucht, Neem haar in acht, want zij is uw leven.
14Begeef u niet op de weg der bozen, Ga niet voort op het pad der zondaars;
15Laat ze liggen, ga er niet overheen, Mijd ze, ga ze voorbij!
16Want ze rusten niet, of ze moeten kwaad kunnen doen, Ze gaan niet slapen, eer ze iemand hebben doen struikelen;
17Ze eten het brood der boosheid, En drinken de wijn der geweldenarij.
18Maar de weg der deugdzamen is als het morgenlicht, Dat gaandeweg opklaart, tot het dag is geworden.
19De weg der bozen gelijkt op een donkere nacht, Ze weten niet, waarover ze struikelen;
20Mijn zoon, schenk uw aandacht aan wat ik ga zeggen, Leg uw oor te luisteren naar mijn woorden;
21Laat ze niet wijken uit uw ogen, Bewaar ze diep in uw hart;
22Want ze zijn het leven voor hem, die ze vindt, Voor heel zijn lichaam genezing.
23Bewaak dus uw hart met de uiterste zorg, Want daar ligt de oorsprong des levens.
24Verwijder van u een onbetrouwbare mond, Houd verre van u venijnige lippen;
25Laat uw ogen vrij voor zich uitzien, Uw wimpers zich richten recht voor u uit.

Read Spreuken 4Spreuken 4
Compare Spreuken 4:12-25Spreuken 4:12-25