Text copied!
CopyCompare
De Heilige Schrift, Petrus Canisiusvertaling, 1939 - Spreuken - Spreuken 25

Spreuken 25:2-14

Help us?
Click on verse(s) to share them!
2Het is de glorie van God, iets verborgen te houden, De glorie der koningen, het uit te zoeken.
3Zoals de hoogte der hemelen, en de diepte der aarde, Zo is ook het hart der koningen: ondoorgrondelijk.
4Worden de slakken uit het zilver verwijderd, Dan slaagt de kunstenaar in zijn werk;
5Verjaagt men de bozen uit de tegenwoordigheid van den koning, Dan staat zijn troon door rechtvaardigheid sterk.
6Dring u niet op bij den koning, En ga niet staan op de plaats van voornamen;
7Het is beter, dat men tot u zegt: “Neem hier plaats, hogerop,” Dan dat men u voor een aanzienlijke vernedert. Wat uw ogen hebben gezien,
8Moet ge niet terstond voor het gerecht gaan brengen; Wat zult ge na afloop doen, Als uw naaste u in het ongelijk heeft gesteld?
9Beslecht uw eigen zaak met den naaste, Maar maak daarbij het geheim van een derde niet openbaar;
10Anders zal hij, die het hoort, u beschimpen, En houdt ge voor altijd een slechte naam.
11Gouden vruchten op zilveren schalen: Zijn woorden, te pas gesproken.
12Een gouden ring en een sieraad van edel metaal: Is een wijs vermaner voor een luisterend oor.
13Als koele sneeuw bij de hitte van de oogst Is een trouwe bode voor hem, die hem stuurt: Hij fleurt zijn meester weer op.
14Wolken en wind, en toch geen regen: Dat is iemand, die praalt op een gift, waar toch niets van komt.

Read Spreuken 25Spreuken 25
Compare Spreuken 25:2-14Spreuken 25:2-14