Text copied!
CopyCompare
De Heilige Schrift, Petrus Canisiusvertaling, 1939 - Spreuken - Spreuken 25

Spreuken 25:14-25

Help us?
Click on verse(s) to share them!
14Wolken en wind, en toch geen regen: Dat is iemand, die praalt op een gift, waar toch niets van komt.
15Door lankmoedigheid laat een vorst zich vermurwen, Milde taal breekt beenderen stuk.
16Hebt ge honing gevonden, eet dan niet meer dan ge aan kunt; Anders staat het u tegen, en geeft ge het over.
17Kom niet te dikwijls in het huis van uw naaste; Anders krijgt hij genoeg van u, en gaat hij u haten.
18Een knots, een zwaard en een scherpe pijl: Is iemand, die valse getuigenis geeft tegen zijn naaste.
19Een slechte tand en een zwikkende voet: Is de steun van een trouweloze in moeilijke tijden.
20Als azijn op hoofdzeer Zo werkt het zingen van liederen op een slecht humeur.
21Heeft uw vijand honger, geef hem brood te eten, Heeft hij dorst, laat hem water drinken;
22Zo stapelt ge vurige kolen op zijn hoofd, En Jahweh zal het u vergelden.
23Noordenwind brengt een stortvloed, Een geniepige tong maakt boze gezichten.
24Beter te wonen op de punt van het dak, Dan met een snibbige vrouw in de echtelijke woning.
25Een koele dronk voor een dorstige keel: Is goede tijding uit een ver land.

Read Spreuken 25Spreuken 25
Compare Spreuken 25:14-25Spreuken 25:14-25