22Want plotseling daagt hun ongeluk, Wie weet, wat hun einde zal zijn?
23Ook de volgende spreuken zijn van wijzen. Partijdigheid in een rechtszaak is nooit goed
24Wie tot een schuldige zegt: ge hebt gelijk, De volkeren zullen hem verwensen, De naties hem vloeken.
25Maar die hem bestraffen, gaat het goed, Op hen rust zegen en voorspoed;