Text copied!
CopyCompare
De Heilige Schrift, Petrus Canisiusvertaling, 1939 - Spreuken - Spreuken 24

Spreuken 24:18-31

Help us?
Click on verse(s) to share them!
18Want als Jahweh het ziet, mishaagt het Hem, En wendt Hij zijn gramschap van hem op u af.
19Erger u niet over hen, die kwaad doen, Wees niet jaloers op booswichten;
20Want voor den booswicht is er geen toekomst, De lamp der bozen gaat uit.
21Mijn zoon, vrees Jahweh en den koning, Houd u niet met nieuwlichters op;
22Want plotseling daagt hun ongeluk, Wie weet, wat hun einde zal zijn?
23Ook de volgende spreuken zijn van wijzen. Partijdigheid in een rechtszaak is nooit goed
24Wie tot een schuldige zegt: ge hebt gelijk, De volkeren zullen hem verwensen, De naties hem vloeken.
25Maar die hem bestraffen, gaat het goed, Op hen rust zegen en voorspoed;
26Een kus op de lippen krijgt hij, Die een rechtvaardige uitspraak doet.
27Stel orde op uw werk buitenshuis, Maak, dat het klaar is op uw akker; Neem dan eerst een vrouw En bouw u een huis.
28Leg geen valse getuigenis af tegen uw naaste, Waarom zouden uw lippen bedriegen?
29Zeg niet: “Zoals hij mij heeft gedaan, zal ik hem doen; Ik zet den man zijn daden betaald.”
30Ik kwam eens langs de akker van een luiaard, Langs de wijngaard van een dwaas;
31En zie: hij was geheel met onkruid begroeid, De grond met distels bedekt, En de stenen muur lag in puin.

Read Spreuken 24Spreuken 24
Compare Spreuken 24:18-31Spreuken 24:18-31