Text copied!
CopyCompare
De Heilige Schrift, Petrus Canisiusvertaling, 1939 - Spreuken - Spreuken 22

Spreuken 22:14-28

Help us?
Click on verse(s) to share them!
14Een diepe kuil is de mond van vreemde vrouwen; Op wien Jahweh vertoornd is, die valt erin.
15Al zit de dwaasheid in het hart van een kind geworteld, De tuchtroede haalt ze er uit!
16Wie een arme verdrukt, brengt hem voordeel; Wie aan een rijkaard iets geeft, veroorzaakt gebrek
17Woorden van wijzen Neig uw oor en luister naar mijn woorden; Zet uw aandacht erop, om ze te leren kennen.
18Het is goed, als ge ze ter harte neemt, En ze allen bestendig op uw lippen hebt.
19Opdat ge in Jahweh uw vertrouwen moogt stellen, Maak ik ze heden bekend, ook aan u!
20Een dertigtal heb ik er voor u opgeschreven: Ze bevatten goede raad en ervaring;
21Ze leren u de waarheid en betrouwbare woorden, Zodat ge een goed antwoord kunt geven aan hen die u ondervragen
22Buit een arme niet uit, omdat hij arm is, Trap in de poort niet op den kleinen man;
23Want Jahweh zal het voor hen opnemen, En die hèn beroven, van het leven beroven.
24Sluit geen vriendschap met een driftkop, Laat u niet in met een heethoofd;
25Anders raakt ge vertrouwd met hun wegen, En zet ge een valstrik voor uzelf.
26Behoor niet tot hen, die handslag geven, En borg blijven voor schulden;
27Als ge niets hebt om te betalen, Haalt men het bed onder u weg.
28Raak niet aan de eeuwenoude grenzen, Die uw voorvaderen hebben getrokken.

Read Spreuken 22Spreuken 22
Compare Spreuken 22:14-28Spreuken 22:14-28