Text copied!
CopyCompare
De Heilige Schrift, Petrus Canisiusvertaling, 1939 - Spreuken - Spreuken 20

Spreuken 20:10-25

Help us?
Click on verse(s) to share them!
10Tweeërlei gewicht en tweeërlei maat: Jahweh heeft van beide een afschuw.
11Zelfs uit het gedrag van een kind kan men opmaken, Of zijn daden zuiver zijn en oprecht.
12Een oor dat hoort, en een oog dat ziet: Jahweh heeft ze beide gemaakt.
13Wees niet verzot op slapen, anders wordt ge arm; Houd uw ogen open, en ge krijgt eten genoeg.
14Slecht! Slecht! klaagt de koper; Maar als hij is weggegaan, gaat hij er groot op
15Er is goud, er zijn veel juwelen, Maar het kostbaarst bezit zijn verstandige lippen.
16Ontneem hem zijn kleed, want hij bleef borg voor een ander; Eis een pand van hem, terwille van vreemden.
17Gestolen brood smaakt iemand wel goed, Maar achteraf heeft hij een mond vol zand.
18Alleen door beraad komen plannen ten uitvoer; Voer dus de strijd met beleid.
19Wie altijd maar babbelt, verraadt licht een geheim; Bemoei u dus niet met een praatvaar.
20Als iemand zijn vader en moeder vervloekt, Gaat zijn lamp uit, wanneer de duisternis intreedt.
21Een bezit, te spoedig verkregen, Brengt tenslotte geen zegen.
22Zeg niet: Ik zal u het kwaad vergelden! Vertrouw op Jahweh; Hij zal u helpen.
23Tweeërlei gewicht is een gruwel voor Jahweh, Een valse weegschaal is kwaad.
24Door Jahweh zijn de schreden der mensen bepaald; Hoe zou ook de mens zijn weg kunnen zien?
25In de val loopt hij, die ijlings “Heilig” roept En eerst ná zijn geloften overlegt.

Read Spreuken 20Spreuken 20
Compare Spreuken 20:10-25Spreuken 20:10-25