Text copied!
CopyCompare
De Heilige Schrift, Petrus Canisiusvertaling, 1939 - Spreuken - Spreuken 1

Spreuken 1:24-32

Help us?
Click on verse(s) to share them!
24Maar zo ge weigert, als ik roep, En niemand er op let, als ik mijn hand verhef;
25Zo ge mijn raad geheel en al in de wind slaat, En van mijn vermaning niet wilt weten:
26Zal ik lachen, wanneer het u slecht gaat, Zal ik spotten, wanneer uw verschrikking komt als een onweer;
27Wanneer uw ongeluk nadert als een orkaan, Wanneer benauwdheid en angst u overvallen!
28Dan zal men mij roepen, maar zal ik niet antwoorden, Zal men mij zoeken, maar mij niet vinden!
29Omdat ze van wijsheid niets wilden weten, En het ontzag voor Jahweh niet hebben verkozen,
30Van mijn raad niets moesten hebben, En al mijn vermaan in de wind hebben geslagen:
31Zullen ze eten de vrucht van hun wandel, Verzadigd worden met wat ze beraamden.
32Want de onnozelen komen door hun onverschilligheid om, De dwazen storten door hun lichtzinnigheid in het verderf;

Read Spreuken 1Spreuken 1
Compare Spreuken 1:24-32Spreuken 1:24-32