16Want hun voeten ijlen naar het kwade, En haasten zich, om bloed te vergieten.
17Maar zoals het niet geeft, of het net wordt gespannen, Terwijl alle vogels het zien:
18Zo loeren ze slechts op hun eigen bloed, En belagen ze hun eigen leven!
19Zo gaat het allen, die uit zijn op oneerlijke winst: Deze beneemt zijn bezitters het leven.