Text copied!
CopyCompare
De Heilige Schrift, Petrus Canisiusvertaling, 1939 - Spreuken - Spreuken 1

Spreuken 1:11-24

Help us?
Click on verse(s) to share them!
11Als ze u zeggen: Ga met ons mee, Laat ons loeren op bloed, Laat ons zo maar onschuldigen belagen,
12Gelijk de onderwereld hen levend verslinden, Als zij, die ten grave dalen, geheel en al;
13Allerlei kostbare schatten zullen we vinden, Onze huizen vullen met buit;
14Ge moogt meeloten in onze kring, Eén buidel zullen we samen delen!
15Mijn zoon, ga dan niet met hen mee, En houd uw voet af van hun pad;
16Want hun voeten ijlen naar het kwade, En haasten zich, om bloed te vergieten.
17Maar zoals het niet geeft, of het net wordt gespannen, Terwijl alle vogels het zien:
18Zo loeren ze slechts op hun eigen bloed, En belagen ze hun eigen leven!
19Zo gaat het allen, die uit zijn op oneerlijke winst: Deze beneemt zijn bezitters het leven.
20De wijsheid roept luid in de straten, Op de pleinen verheft ze haar stem;
21Ze roept op de tinne der muren, En spreekt aan de ingang der poorten:
22Hoe lang nog, dommen, blijft gij liever onnozel, Blijven de eigenwijzen verwaand, Willen de dwazen van geen wijsheid horen?
23Keert u tot mijn vermaning; Dan stort ik mijn geest over u uit, En maak u mijn woorden bekend.
24Maar zo ge weigert, als ik roep, En niemand er op let, als ik mijn hand verhef;

Read Spreuken 1Spreuken 1
Compare Spreuken 1:11-24Spreuken 1:11-24