2Een domoor houdt niet van wijsheid, Maar zegt toch gaarne zijn mening.
3Met de misdaad komt ook de minachting, Op de schanddaad volgt de smaad.
4De woorden van sommige mensen zijn diepe wateren, Een bruisende beek, een bron van leven.
5Het is onverantwoord, partij te kiezen voor een boosdoener, of een onschuldige voor het gerecht te verdringen.
6Wat een dwaas zegt, leidt tot twist; Zijn mond roept om slaag.