Text copied!
CopyCompare
De Heilige Schrift, Petrus Canisiusvertaling, 1939 - Spreuken - Spreuken 16

Spreuken 16:18-33

Help us?
Click on verse(s) to share them!
18Hoogmoed komt vóór de val, Hooghartigheid, voordat men struikelt.
19Beter deemoedig te zijn met armen, Dan met hovaardigen buit te delen.
20Wie op zijn woorden let, heeft het goed; Gelukkig hij, die op Jahweh vertrouwt!
21Een wijze geest wordt verstandig genoemd, Maar met goede woorden bereikt men nog meer.
22Inzicht is een levensbron voor wie het bezit, Dwazen worden met dwaasheid bestraft.
23Een wijze geest spreekt verstandige taal, Hij maakt, dat zijn woorden overtuigen.
24Vriendelijke woorden zijn een honingraat, Zoet voor de ziel en verkwikkend voor het gebeente.
25Soms houdt men een weg voor de rechte, Die tenslotte uitloopt op de dood.
26De honger zet den arbeider aan tot werken; Zijn mond dwingt hem ertoe.
27Een man, die niet deugt, is een oven van boosheid; Op zijn lippen brandt als het ware een vuur.
28Een wispelturig mens stuurt op ruzie aan, Een lastertong brengt onenigheid tussen vrienden.
29Een booswicht tracht zijn naaste te verleiden, En hem te brengen op een weg, die niet deugt.
30Wie zijn ogen toeknijpt, is iets vals van plan; Wie zijn lippen opeenperst, heeft het kwaad al gedaan.
31Het grijze haar is een heerlijke kroon, Die op het pad der deugd wordt verkregen.
32Een lankmoedig man is meer waard dan een krachtmens; Wie zichzelf beheerst, staat hoger, dan wie een stad bedwingt.
33Wel wordt het lot in de schoot geworpen Maar wat het uitwijst, komt van Jahweh.

Read Spreuken 16Spreuken 16
Compare Spreuken 16:18-33Spreuken 16:18-33