Text copied!
CopyCompare
De Heilige Schrift, Petrus Canisiusvertaling, 1939 - Romeinen - Romeinen 2

Romeinen 2:2-14

Help us?
Click on verse(s) to share them!
2Welnu, we weten, dat Gods oordeel onpartijdig allen treft, die dergelijke dingen doen.
3En meent ge dan, dat ge zelf Gods oordeel ontgaan zult, gij mens, die een oordeel velt over anderen, die dergelijke daden bedrijven, maar die juist hetzelfde doet?
4Of begrijpt ge de rijkdom van zijn goedheid, geduld en lankmoedigheid verkeerd, en beseft ge niet, dat Gods goedheid u aanspoort tot boete?
5Maar dan stapelt ge door uw verstoktheid en door uw onboetvaardig hart toorn op voor uzelf tegen de Dag van de toorn en van de komst van het rechtvaardig oordeel Gods.
6Hij zal ieder naar zijn werken vergelden:
7Het eeuwig leven aan hen, die door volharding in het goede, naar glorie en eer en onsterflijkheid streven;
8maar toorn en gramschap aan hen, die door hun partijzucht ongehoorzaam zijn aan de waarheid en luisteren naar de ongerechtigheid.
9Kommer en angst naar de ziel voor iederen mens, die het kwade verricht, eerst voor den Jood en dan voor den Griek;
10glorie, eer en vrede voor ieder, die het goede verricht, eerst voor den Jood, en dan voor den Griek.
11Want bij God is geen aanzien des persoons.
12Immers, wie buiten de Wet heeft gezondigd, zal ook verloren gaan buiten de Wet; en wie gezondigd heeft onder de Wet, zal worden geoordeeld volgens de Wet.
13Want niet zij, die de Wet horen, zijn rechtvaardig voor God; maar zij, die de Wet volbrengen, zullen gerechtvaardigd worden.
14Welnu, wanneer de heidenen, die de Wet niet bezitten, natuurlijkerwijze de voorschriften der Wet onderhouden, dan zijn ze zonder de Wet zichzelf tot wet.

Read Romeinen 2Romeinen 2
Compare Romeinen 2:2-14Romeinen 2:2-14