7is het een bediening, men houde zich aan de bediening; wie leraar is, houde zich aan het onderricht;
8wie vermaant, houde zich aan de vermaning; wie uitdeelt, doe het in eenvoud; wie vóórzit, doe het met ijver; wie barmhartigheid beoefent, doe het blijmoedig.
9De liefde zij ongeveinsd; verfoeit het kwaad, blijft gehecht aan het goede!