Text copied!
CopyCompare
De Heilige Schrift, Petrus Canisiusvertaling, 1939 - Romeinen - Romeinen 11

Romeinen 11:8-24

Help us?
Click on verse(s) to share them!
8Zó staat er geschreven: “God gaf hun een geest van loomheid; ogen om niet te zien en oren om niet te horen, tot op de huidige dag.”
9En David zegt: “Hun tafel zij hun een valstrik en net, Een struikelblok en een straf.
10Mogen hun ogen worden verduisterd, zodat ze niet zien; En krom hun de rug voor altijd.”
11Ik vraag dan: Zijn ze gestruikeld, om te blijven liggen? Zeer zeker niet! Maar dank zij hun val, is de redding aan de heidenen ten deel gevallen, om hèn naijverig te maken.
12Welnu, wanneer hun val een schat werd voor de wereld, en hun getalverlies een schat voor de heidenen, -hoeveel te meer zal hun voltalligheid het dan zijn!
13En nu heidenen, spreek ik tot u! Ofschoon ik apostel der heidenen ben, houd ik mijn ambt hoog,
14juist om mijn rasgenoten tot naijver te prikkelen en sommigen van hen te behouden.
15Want zo hun verwerping de verzoening der wereld geweest is, wat zal dan hun weder-opneming anders zijn, dan een opstanding uit de doden?
16Zijn immers de eerstelingen heilig, dan ook het deeg; en is de wortel heilig, dan ook de takken.
17Welnu, wanneer enige van die takken zijn weggekapt, en gij, wilde olijf, in hun plaats zijt geënt en uw deel hebt gekregen van de wortel en het sap van de olijfboom,
18gaat dan niet pochen tegen de takken. En zo ge gaat pochen; niet gij draagt de wortel, maar de wortel draagt u!
19Misschien zult ge zeggen: de takken zijn weggekapt, opdat ik zou worden geënt.
20Heel goed; maar de takken zijn weggekapt om hun ongeloof, en gij zit vast door het geloof. -Koester geen hoge dunk van uzelf, maar vrees;
21wanneer God de echte takken niet heeft ontzien, dan zal Hij ook ú niet ontzien.
22Overweegt dus de goedheid, maar ook de strengheid van God: Gods strengheid over hen, die zijn weggevallen, doch zijn goedheid voor u, zo ge door zijn goedheid volhardt; anders zult ook gij worden weggekapt.
23Maar ook die anderen zullen weer worden geënt, wanneer ze niet volharden in hun ongeloof; want God is bij machte, om ze opnieuw te enten.
24Waarachtig, wanneer gijzelf van een wilde olijf zijt gekapt waartoe ge van nature behoort, en tegen de natuur in, op de tamme olijf zijt geënt; hoeveel gemakkelijker zullen zij op hun eigen olijf worden geënt, waartoe ze van nature behoren!

Read Romeinen 11Romeinen 11
Compare Romeinen 11:8-24Romeinen 11:8-24