Text copied!
CopyCompare
De Heilige Schrift, Petrus Canisiusvertaling, 1939 - Psalmen - Psalmen 9

Psalmen 9:10-19

Help us?
Click on verse(s) to share them!
10Die uw Naam kennen, mochten steeds op U hopen, Want nooit verliet Gij, die U zochten, o Jahweh!
11Zingt nu voor Jahweh, die de Sion bewoont, Roept tot de volken zijn daden;
12Want de Bloedwreker blijft de verdrukten gedenken, Vergeet hun noodkreten niet.
13Jahweh, wees mij genadig; zie mijn ellende, door mijn haters berokkend, Trek mij omhoog uit de poorten des doods,
14Opdat ik overal uw lof mag verkonden, Om uw redding juichen in de poorten der dochter van Sion.
15De heidenen zinken weg in de kuil, die ze groeven, Hun voet is gevangen in het net, dat ze spanden;
16Jahweh heeft Zich doen kennen, en vonnis gewezen: De goddeloze ligt in zijn eigen daden verstrikt.
17Zó mogen ook de zondaars naar het dodenrijk varen, Alle heidenen, die God niet gedenken;
18Maar de arme worde niet eeuwig vergeten, De hoop der verdrukten niet altijd beschaamd.
19Sta op dan, Jahweh! Laat zich de mens niet vermeten, Maar laat de heidenen worden gericht voor uw aanschijn.

Read Psalmen 9Psalmen 9
Compare Psalmen 9:10-19Psalmen 9:10-19