Text copied!
CopyCompare
De Heilige Schrift, Petrus Canisiusvertaling, 1939 - Psalmen - Psalmen 91

Psalmen 91:3-14

Help us?
Click on verse(s) to share them!
3Want Hij behoedt u voor de strik van den jager, En voor de verraderlijke kuil;
4Hij zal met zijn vleugelen u dekken, En onder zijn wieken vindt gij een schuilplaats.
5Gij hebt de verschrikkingen van de nacht niet te vrezen, Geen pijl, die vliegt overdag;
6Geen pest, die in de duisternis rondsluipt, Geen besmetting, die ‘s middags haar verwoestingen aanricht.
7Al vallen er duizend aan uw zijde, Tienduizend aan uw rechterhand, U treffen ze niet; Zijn trouw is een schild en een pantser!
8Ja, met eigen ogen zult gij het zien, En de vergelding der bozen aanschouwen;
9Want úw toevlucht is Jahweh, Den Allerhoogste hebt gij u tot beschermer gekozen.
10Geen onheil zal u dus treffen, Geen plaag uw tenten bereiken;
11Want Hij zal voor u zijn engelen ontbieden, Om u op al uw wegen te hoeden.
12Zij zullen u op de handen dragen, Opdat gij aan geen steen uw voeten zult stoten;
13Op slang en adder zult gij treden, Leeuwenwelp en draak vertrappen.
14“Omdat hij Mij liefheeft, zal Ik hem redden, En omdat hij mijn Naam kent, hem beschermen; Roept hij Mij aan, Dan antwoord Ik hem.”

Read Psalmen 91Psalmen 91
Compare Psalmen 91:3-14Psalmen 91:3-14