34Mijn verbond zal Ik nimmer verbreken, Nooit veranderen wat Ik eens heb gezegd;
35Bij mijn heiligheid heb Ik het eens en voor altijd gezworen, En nooit breek Ik David mijn woord!
36Zijn geslacht zal eeuwig bestaan, En zijn troon als de zon voor mijn aanschijn;