13Aan U de arm met heldenkracht; Uw hand is sterk, uw rechter verheven.
14Recht en gerechtigheid dragen uw troon, Genade en trouw gaan voor uw aangezicht uit!
15Gelukkig het volk, dat nog jubelen kan, En wandelen in het licht van uw aanschijn, o Jahweh;
16Dat zich altijd verheugt in uw Naam, En in uw gerechtigheid roemt.