1Voor muziekbegeleiding; op de gittiet. Een psalm van de zonen van Kore. Hoe lieflijk is uw woning, Jahweh der heirscharen!
2Mijn ziel smacht van verlangen Naar de voorhoven van Jahweh; Mijn hart en mijn lichaam heffen een jubelzang aan Voor den levenden God!
3Ook de mus vindt een woning, De zwaluw een nest, waar ze haar jongen kan leggen: Bij uw altaren, Jahweh der heirscharen, Mijn Koning en God.
4Gelukkig, die in uw huis mogen wonen, En eeuwig U loven!
5Gelukkig de mensen, die hun kracht in U vinden, Als ze met blijdschap ter bedevaart gaan!