56Maar ook daar beproefden en tartten ze God, En onderhielden de geboden van den Allerhoogste niet.
57Trouweloos vielen ze af als hun vaderen, Wispelturig als een onbetrouwbare boog;
58Ze tergden Hem door hun offerhoogten, En prikkelden Hem met hun beelden.
59God merkte het, en ziedde van gramschap, En Israël begon Hem te walgen:
60Hij gaf zijn woning in Sjilo prijs, De tent, waar Hij onder de mensen verkeerde;