Text copied!
CopyCompare
De Heilige Schrift, Petrus Canisiusvertaling, 1939 - Psalmen - Psalmen 78

Psalmen 78:54-69

Help us?
Click on verse(s) to share them!
54Zo bracht Hij hen naar zijn heilige grond, Naar de berg, die zijn rechterhand had veroverd.
55Hij dreef de volkeren voor hen uit, Gaf ze bij lot als erfdeel weg; En in hun tenten liet Hij wonen. Israëls stammen.
56Maar ook daar beproefden en tartten ze God, En onderhielden de geboden van den Allerhoogste niet.
57Trouweloos vielen ze af als hun vaderen, Wispelturig als een onbetrouwbare boog;
58Ze tergden Hem door hun offerhoogten, En prikkelden Hem met hun beelden.
59God merkte het, en ziedde van gramschap, En Israël begon Hem te walgen:
60Hij gaf zijn woning in Sjilo prijs, De tent, waar Hij onder de mensen verkeerde;
61Zijn majesteit gaf Hij gevangen, Zijn glorie in de hand van den vijand.
62Hij wierp zijn volk ten prooi aan het zwaard, En grimde van toorn op zijn erfdeel:
63Zijn jonge mannen werden verteerd door het vuur, Zijn maagden kregen geen huwelijkslied;
64Zijn priesters vielen door het zwaard, En zijn weduwen beweenden ze niet.
65Maar eindelijk ontwaakte de Heer, als iemand die slaapt, En als een krijgsman, bevangen door wijn:
66Hij sloeg zijn vijanden achteruit, En bracht ze voor eeuwig tot schande.
67Toch bleef Hij de tent van Josef versmaden, En koos de stam van Efraïm niet uit!
68Neen, Juda’s stam koos Hij uit, Sions berg, die Hij liefhad;
69Hij bouwde zijn heiligdom hoog als de hemel, Vast als de aarde voor eeuwig.

Read Psalmen 78Psalmen 78
Compare Psalmen 78:54-69Psalmen 78:54-69