Text copied!
CopyCompare
De Heilige Schrift, Petrus Canisiusvertaling, 1939 - Psalmen - Psalmen 77

Psalmen 77:4-19

Help us?
Click on verse(s) to share them!
4Ik kan mijn ogen niet sluiten, En van onrust niet spreken.
5Ik denk aan de oude dagen terug, En herinner me weer de vroegere jaren;
6Ik lig er ‘s nachts over te peinzen, Te klagen, en in mijn gedachten te tobben.
7Zou de Heer dan voor altijd verstoten, En nooit genadig meer zijn;
8Zou zijn liefde voorgoed zijn verdwenen, Zijn belofte verbroken, die Hij deed van geslacht tot geslacht;
9Zou God zijn vergeten, Zich te ontfermen, Of in zijn toorn zijn hart hebben gesloten?
10Maar ik sprak: Neen, dìt werp ik ver van mij af, Dat de hand van den Allerhoogste veranderd zou zijn!
11Ik dacht dus aan uw daden, o Jahweh, Dacht terug aan uw vroegere wonderen;
12Peinsde over al uw werken, Overwoog, wat door U is verricht.
13Ja, uw weg was heilig, o God; Welke God was ontzaglijk als Jahweh!
14Gij waart de God, die wonderen wrochtte, En uw macht aan de heidenen toonde!
15Gij hebt door uw arm uw volk verlost, De zonen van Jakob en Josef!
16De wateren zagen U, o God, De wateren zagen U en beefden, Zelfs de zeeën begonnen te rillen;
17De wolken goten stromen neer, Het zwerk daverde en dreunde, Langs alle kant vlogen uw schichten rond.
18Uw donder kraakte en rolde, Uw bliksems verlichtten de wereld, De aarde rilde en beefde!
19Uw weg liep midden door de zee, Uw pad door onstuimige wateren; Toch bleven uw sporen onzichtbaar!

Read Psalmen 77Psalmen 77
Compare Psalmen 77:4-19Psalmen 77:4-19