Text copied!
CopyCompare
De Heilige Schrift, Petrus Canisiusvertaling, 1939 - Psalmen - Psalmen 73

Psalmen 73:12-28

Help us?
Click on verse(s) to share them!
12Zie, zo gaat het de zondaars: Ze zijn altijd gelukkig, en hopen zich rijkdommen op!
13Heb ik dan mijn hart vergeefs in reinheid bewaard, En mijn handen in onschuld gewassen:
14De ganse dag word ik geplaagd, Iedere morgen opnieuw geslagen!
15Dacht ik: Zo wil ik spreken! Dan brak ik de trouw van het geslacht uwer kinderen;
16Maar als ik ging peinzen, om het te vatten, Dan bleef het een raadsel in mijn oog.
17Totdat ik in Gods raadsbesluiten drong, En op hun einde ging letten:
18Ja, Gij hebt ze op een glibberige bodem gezet, Ze gestort in hun eigen verderf!
19Hoe zijn ze in een oogwenk vernietigd, Verdwenen, in verschrikkelijke rampen vergaan:
20Heer, als een droom, die bij het ontwaken vervliegt, Wiens beeld we bij het opstaan verachten!
21Als dus mijn hart nog verbitterd zou zijn, En mijn nieren bleven geprikkeld,
22Dan was ik een dwaas en een zot, Een stuk vee in uw oog.
23Want ik blijf altijd bij U, Gij houdt mij bij de rechterhand;
24Gij leidt mij naar uw raadsbesluit, En herstelt mij in ere!
25Wat heb ik toch in de hemel; Ook op aarde verlang ik niets buiten U!
26Al bezwijken mijn vlees en mijn hart, God is voor eeuwig de Rots van mijn hart en mijn erfdeel.
27Maar die U verlaten, gaan zeker te gronde, Gij vernietigt wie van U afvalt;
28Doch mij is het goed, in Gods nabijheid te blijven, En mijn vertrouwen te stellen op Jahweh, mijn Heer!

Read Psalmen 73Psalmen 73
Compare Psalmen 73:12-28Psalmen 73:12-28