4De volkeren zullen juichen en jubelen, Omdat Gij de wereld rechtvaardig regeert, Met gerechtigheid de volkeren richt, En de naties op aarde bestuurt.
5De volkeren moeten U prijzen, o God; Alle naties moeten U loven!
6De aarde heeft haar oogst gegeven, De Heer, onze God, ons gezegend;