5Want Gij hoort mijn beloften, o mijn God, En vervult de wens van hen, die uw Naam vrezen:
6Vermeerder de dagen des konings, En zijn jaren van geslacht tot geslacht;
7Moge hij altijd voor Gods aangezicht tronen, En liefde en trouw hem behoeden.
8Dan zal ik uw Naam in eeuwigheid prijzen, Dag aan dag U mijn dankoffer brengen!