3Gij hebt uw volk harde dingen doen slikken, En ons een koppige wijn laten drinken!
4Maar voor uw vromen hadt Gij een banier opgericht, Om zich daar omheen te verzamelen tegen de boog;
5En om uw geliefden te redden, Strek uw rechterhand uit, en verhoor ons.