Text copied!
CopyCompare
De Heilige Schrift, Petrus Canisiusvertaling, 1939 - Psalmen - Psalmen 55

Psalmen 55:1-12

Help us?
Click on verse(s) to share them!
1Voor muziekbegeleiding; met harpen. Een leerdicht van David. Hoor toch, o God, naar mijn bidden, En wend U niet af van mijn smeken;
2Luister naar mij, en schenk mij verhoring: Van ellende loop ik radeloos rond.
3Ik sidder voor het geschreeuw van den vijand, En het gehuil van den boze; Want ze storten rampen over mij uit, En bestoken mij grimmig.
4Mijn hart krimpt in mijn boezem, En doodsangst bekruipt mij;
5Vrees en ontzetting houden mij beklemd, En de schrik grijpt mij aan.
6Ik dacht: Had ik maar vleugels als een duif, Dan vloog ik heen, om een wijkplaats te vinden;
7Ver, ver weg zou ik vluchten, En een rustoord zoeken in de woestijn.
8Ik zou mij haastig in veiligheid stellen Voor de razende storm,
9Voor de wervelstorm, Heer, En voor de stortvloed van hun tongen. Want ik zie geweld ontketend, En de strijd tegen de stad;
10Dag en nacht trekken ze om haar heen, Over haar wallen. Daarbinnen heerst onrecht en knevelarij,
11En de misdaad troont in haar midden; En van haar pleinen wijkt Geweld noch bedrog.
12En was het een vijand, die mij beschimpte, Ik zou het verdragen; Of een van mijn haters, die mij hoonde, Ik zou mij verschuilen.

Read Psalmen 55Psalmen 55
Compare Psalmen 55:1-12Psalmen 55:1-12