Text copied!
CopyCompare
De Heilige Schrift, Petrus Canisiusvertaling, 1939 - Psalmen - Psalmen 50

Psalmen 50:2-17

Help us?
Click on verse(s) to share them!
2Van Sion, de kroon der schoonheid, straalt God zijn heerlijkheid uit:
3Hij komt, onze God, en zwijgt niet meer! Verterend vuur gaat voor Hem uit, De stormwind woedt om Hem heen!
4Hij nodigt de hemelen uit, daarboven, En de aarde, om zijn volk te richten:
5“Brengt Mij mijn getrouwen bijeen, Die door offers het Verbond met Mij sloten!”
6En de hemelen verkondigen zijn gerechtigheid; Want God begint het gericht.
7Hoor, mijn volk, en laat Mij spreken; Het u betuigen, Israël: Ik Jahweh, uw God:
8Niet om uw offers spreek Ik u vrij, Of om uw brandoffers, Mij zonder ophouden gebracht.
9Neen, Ik heb den stier uit uw stallen niet nodig, En geen bokken uit uw kooien.
10Want Mij behoren alle dieren in het woud, Het vee en het wild op de bergen;
11Ik ken alle vogels in de lucht, Van Mij is wat zich beweegt op het veld.
12Had Ik honger, Ik behoefde het ú niet te zeggen, Want Mij behoort de aarde met wat ze bevat.
13Of zou Ik soms stierenvlees eten, En bokkenbloed drinken?
14Neen, breng als uw offer een loflied aan God, Onderhoud uw geloften, den Allerhoogste gebracht,
15En roep Mij aan in tijden van nood: Dan zal Ik u redden, en gij zult Mij eren.
16Hoe waagt gij het, over mijn geboden te spreken, En uw mond vol te hebben van mijn Verbond,
17Terwijl gij toch de tucht veracht, En mijn woord in de wind slaat?

Read Psalmen 50Psalmen 50
Compare Psalmen 50:2-17Psalmen 50:2-17