8Te hoog is de prijs van zijn leven, Ontoereikend voor eeuwig. De mens in weelde, die het niet wil begrijpen, Lijkt op vee, dat geslacht wordt.
9Of zou hij eeuwig blijven leven, En zijn graf niet aanschouwen?
10Neen, men ziet de wijzen sterven, Den dwaas met den domoor vergaan;
11Hun graf is voor altijd hun woning, Hun verblijf van geslacht tot geslacht; En al hebben ze hele landen hun eigen genoemd, Toch laten ze hun schatten voor anderen achter.
12De mens in weelde, die het niet wil begrijpen, Lijkt op vee, dat geslacht wordt.