11Laat de Koning uw schoonheid begeren; Breng Hem uw hulde, want Hij is uw Heer!
12Dan komt de dochter van Tyrus tot U met geschenken, En zoeken de rijkste volken uw gunst.
13Enkel lieftalligheid ligt op het gelaat der koninklijke Dochter, Met goud doorweven is haar ornaat;
14Over bonte tapijten wordt zij voor den Koning geleid, Als bruidsmeisjes volgen haar de vriendinnen;
15En onder gejuich en gejubel Trekken zij in het paleis van den Koning!