Text copied!
CopyCompare
De Heilige Schrift, Petrus Canisiusvertaling, 1939 - Psalmen - Psalmen 37

Psalmen 37:4-15

Help us?
Click on verse(s) to share them!
4Dan zult gij uw vreugde in Jahweh vinden, En Hij schenkt u wat uw hart maar begeert.
5Laat Jahweh uw weg maar bestieren, Verlaat u op Hem: Hij zal hem banen;
6Als de dageraad doet Hij uw gerechtigheid stralen, En als de middagzon uw recht.
7Berust in Jahweh, En blijf op Hem hopen. Benijd niet den man, wien het goed gaat, Ofschoon hij bedriegt.
8Word niet toornig en maak u niet boos, Wind u niet op: gij maakt het maar erger;
9Want de zondaars worden vernietigd, Maar die op Jahweh vertrouwen, bezitten het Land!
10Een ogenblik maar: en de zondaar is er niet meer; Gij zoekt naar zijn plaats: hij is weg.
11Maar de rechtschapenen bezitten het Land, En genieten een heerlijke vrede.
12De zondaar belaagt den rechtvaardige, En knarst tegen hem op zijn tanden;
13Maar de Heer lacht hem uit, Want Hij ziet zijn Dag al nabij.
14De bozen trekken hun zwaard en spannen hun boog, Om ongelukkigen en armen te doden, en vromen te slachten;
15Maar het zwaard dringt in hun eigen hart, En hun bogen worden gebroken.

Read Psalmen 37Psalmen 37
Compare Psalmen 37:4-15Psalmen 37:4-15