Text copied!
CopyCompare
De Heilige Schrift, Petrus Canisiusvertaling, 1939 - Psalmen - Psalmen 31

Psalmen 31:9-17

Help us?
Click on verse(s) to share them!
9Ach Jahweh, ontferm U over mij, Want het is mij zo bang om het hart; Van verdriet kwijnt mijn oog, Mijn ziel en mijn lichaam.
10Mijn leven vliedt in jammer heen, In kermen mijn jaren; Mijn kracht is gebroken door mijn ellende, Mijn gebeente verdord.
11Voor al mijn vijanden Ben ik een spot; Voor mijn buren een afschuw, Voor bekenden een schrik. Die mij op straat ziet, Vlucht voor mij weg;
12Als een dode ben ik uit de harten verbannen, Weggegooid als een pot.
13Ik hoor ze met elkander al fluisteren; Overal schrik om mij heen! Ze steken de hoofden bijeen, En smeden plannen, om mij te doden.
14Maar ik blijf op U hopen, o Jahweh, En zeggen: Gij zijt mijn God!
15Mijn lot blijft in uw handen liggen; Verlos mij van mijn vijand en vervolgers.
16Laat uw aanschijn lichten over uw dienaar; Red mij door uw genade.
17Jahweh, laat mij toch niet beschaamd komen staan: Want U roep ik aan. Neen, laat de bozen worden beschaamd en in het dodenrijk varen;

Read Psalmen 31Psalmen 31
Compare Psalmen 31:9-17Psalmen 31:9-17