Text copied!
CopyCompare
De Heilige Schrift, Petrus Canisiusvertaling, 1939 - Psalmen - Psalmen 22

Psalmen 22:13-23

Help us?
Click on verse(s) to share them!
13Ze sperren hun muil naar mij open Als verscheurende, brullende leeuwen.
14Als water ben ik uitgegoten, Al mijn beenderen zijn ontwricht; Mijn hart is als was, Smelt weg in mijn borst.
15Mijn keel is droog als een scherf, Mijn tong kleeft aan mijn gehemelte vast; En in het stof van de dood Strekt Gij mij neer.
16Dan komen honden om mij heen, Een bende boosdoeners houdt mij omlegerd; Ze doorboren mijn handen en voeten,
17Al mijn beenderen kan ik tellen. Ze werpen begerige blikken, En gluren mij aan;
18Verdelen mijn kleren onder elkander, En loten om mijn gewaad.
19O Jahweh, blijf toch niet in de verte; Mijn Sterkte, snel mij te hulp!
20Bescherm mijn leven tegen het zwaard, Het enige, dat mij nog rest, tegen de honden;
21Red mij uit de muil van den leeuw, Mij arme, van de hoornen der buffels.
22Dan zal ik uw Naam aan mijn broeders verkonden, In de kring der gemeente U prijzen:
23“Looft Jahweh, gij die Hem vreest, Heel Jakobs geslacht; Brengt Hem ere en siddert voor Hem, Alle kinderen van Israël!”

Read Psalmen 22Psalmen 22
Compare Psalmen 22:13-23Psalmen 22:13-23