Text copied!
CopyCompare
De Heilige Schrift, Petrus Canisiusvertaling, 1939 - Psalmen - Psalmen 22

Psalmen 22:11-23

Help us?
Click on verse(s) to share them!
11Blijf dus niet verre van mij, Want de nood is nabij, en er is niemand die helpt!
12Bonkige stieren staan om mij heen, Buffels van Basjan omsingelen mij;
13Ze sperren hun muil naar mij open Als verscheurende, brullende leeuwen.
14Als water ben ik uitgegoten, Al mijn beenderen zijn ontwricht; Mijn hart is als was, Smelt weg in mijn borst.
15Mijn keel is droog als een scherf, Mijn tong kleeft aan mijn gehemelte vast; En in het stof van de dood Strekt Gij mij neer.
16Dan komen honden om mij heen, Een bende boosdoeners houdt mij omlegerd; Ze doorboren mijn handen en voeten,
17Al mijn beenderen kan ik tellen. Ze werpen begerige blikken, En gluren mij aan;
18Verdelen mijn kleren onder elkander, En loten om mijn gewaad.
19O Jahweh, blijf toch niet in de verte; Mijn Sterkte, snel mij te hulp!
20Bescherm mijn leven tegen het zwaard, Het enige, dat mij nog rest, tegen de honden;
21Red mij uit de muil van den leeuw, Mij arme, van de hoornen der buffels.
22Dan zal ik uw Naam aan mijn broeders verkonden, In de kring der gemeente U prijzen:
23“Looft Jahweh, gij die Hem vreest, Heel Jakobs geslacht; Brengt Hem ere en siddert voor Hem, Alle kinderen van Israël!”

Read Psalmen 22Psalmen 22
Compare Psalmen 22:11-23Psalmen 22:11-23