28Gij zijt, o Jahweh, mijn lamp, Mijn God, die licht in mijn duisternis straalt;
29Met U durf ik de stormloop beginnen, Met mijn God de wallen bespringen.
30God! Volmaakt zijn zijn wegen, Jahweh’s woord is gelouterd. Hij is voor allen een schild, Die vluchten tot Hem.