5Van de heerlijke luister van uw Majesteit spreken, En uw wonderen bezingen;
6Van de macht uwer ontzaglijke daden gewagen, En uw grootheid verkonden!
7Men zal de roem van uw onmetelijke goedheid verbreiden, En over uw goedertierenheid jubelen:
8“Genadig en barmhartig is Jahweh, Lankmoedig, vol goedheid;
9Goedertieren is Jahweh voor allen, Zijn barmhartigheid strekt zich over al zijn schepselen uit!”