4Bescherm mij, Jahweh, tegen de macht van den boze, Behoed mij voor den man van geweld, Die mij de voet trachten te lichten,
5Mij klemmen en strikken durven leggen, Netten spannen langs mijn weg, En een val voor mij zetten.
6Ik zeg tot Jahweh: Gij zijt mijn God, Hoor naar mijn smeken, o Jahweh!