1Halleluja! Looft Jahweh’s Naam, Looft Hem, dienaars van Jahweh:
2Gij, die in het huis van Jahweh staat, In de voorhoven van het huis van onzen God!
3Looft Jahweh: want Jahweh is goed, Verheerlijkt zijn Naam: want die is zo lieflijk;
4Want Jahweh heeft Zich Jakob verkoren, En Israël tot zijn bezit!
5Ja, ik weet het: Jahweh is groot, Onze Heer boven alle goden verheven;