Text copied!
CopyCompare
De Heilige Schrift, Petrus Canisiusvertaling, 1939 - Psalmen - Psalmen 119

Psalmen 119:135-154

Help us?
Click on verse(s) to share them!
135Laat uw aangezicht stralen over uw dienstknecht, En leer mij uw inzettingen kennen.
136Stromen van tranen ontwellen mijn ogen, Omdat men uw wet niet beleeft.
137Rechtvaardig zijt Gij, o Jahweh, En ook uw voorschriften zijn volgens recht;
138In gerechtigheid hebt Gij uw vermaningen gegeven, En in volledige trouw.
139Ik word door ergernis verteerd, Omdat mijn vijanden uw woord vergeten;
140Maar uw bestel is beproefd als in vuur, En uw dienstknecht heeft het lief;
141En al ben ik maar klein en gering, Nooit wil ik uw bevelen vergeten.
142Ongerept blijft uw gerechtigheid voor eeuwig en immer, En waarachtig uw wet;
143Al treffen mij nood en ellende, Uw geboden zijn mijn verkwikking.
144Uw inzettingen zijn rechtvaardig voor eeuwig; Onderricht mij er in, opdat ik blijf leven!
145Ik roep met heel mijn hart: Jahweh verhoor mij! Uw inzettingen wil ik trouw onderhouden;
146Ik roep U aan: ach, kom mij te hulp, Om uw vermaningen te beleven.
147Ik ben met mijn smeken de dageraad vóór, Want ik smacht naar uw woord;
148En mijn ogen voorkomen de nachtwake, Om op te zien naar uw bestel.
149Hoor in uw goedheid mijn smeken, o Jahweh, En wek mij naar uw beschikking ten leven;
150Mijn listige vervolgers zijn al nabij, Maar ze houden zich ver van uw wet;
151Maar Gij ook, Jahweh, zijt nabij, En waarachtig zijn al uw geboden;
152Van oudsher ken ik uw bevelen, Want Gij hebt ze gegeven voor eeuwig!
153Aanschouw mijn ellende, en kom mij te hulp, Want nooit vergeet ik uw wet;
154Wees mijn verdediger en mijn beschermer, En doe mij leven naar uw bestel.

Read Psalmen 119Psalmen 119
Compare Psalmen 119:135-154Psalmen 119:135-154