Text copied!
CopyCompare
De Heilige Schrift, Petrus Canisiusvertaling, 1939 - Prediker - Prediker 12

Prediker 12:1-8

Help us?
Click on verse(s) to share them!
1Denk aan uw Schepper in de dagen van uw jeugd, Eer de kwade dagen komen, En de jaren, waarvan gij zegt: Zij bevallen mij niet.
2Eer verduisterd worden De zon en het licht, De maan en de sterren; En de éne bui op de andere volgt.
3Eer de bewakers van het huis beginnen te beven, De gespierde mannen verkrommen; Zij, die malen, gaan staken, omdat hun getal is verminderd, Zij, die door de vensters schouwen, versuffen.
4Eer de vleugels van de straatdeur zich sluiten, En het geknars van de molen verzwakt, Het geluid van de vogel vermindert, En alle zangen verstommen.
5Eer men opziet tegen iedere hoogte, En men bang is op straat; De amandel niet meer smaakt, de sprinkhaan te zwaar ligt, En het kapperkruid niet meer bekomt. Eer men op weg is naar zijn eeuwige woning, En de klagers al rondgaan op straat;
6De zilveren snoer wordt verbroken, En de gouden lamp naar beneden komt. Eer de kruik bij de bron wordt stuk gebroken, En het rad kapot slaat boven de put;
7Het stof naar de aarde gaat, waar het vandaan kwam, En de levensgeest terugkeert naar God, die hem gaf.
8Ijdelheid der ijdelheden, zegt de Prediker, Alles is ijdel!

Read Prediker 12Prediker 12
Compare Prediker 12:1-8Prediker 12:1-8