Text copied!
CopyCompare
De Heilige Schrift, Petrus Canisiusvertaling, 1939 - Numeri - Numeri 24

Numeri 24:3-22

Help us?
Click on verse(s) to share them!
3Hij hief zijn orakel aan, en sprak: Godsspraak van Balaäm, zoon van Beor, Godsspraak van den man, met het open oog;
4Godsspraak van een, die Gods woorden hoort, En de gedachte van den Allerhoogste kent; Die gezichten van den Almachtige schouwt. En neerzinkt met ontsluierde blik.
5Hoe schoon zijn uw tenten, o Jakob, Uw woningen, o Israël:
6Als dalen strekken zij zich uit, Als tuinen langs een rivier, Als eiken, door Jahweh geplant, Als ceders langs waterstromen.
7Het water vloeit over zijn emmers, Zijn zaad wordt volop gedrenkt. Boven Agag verheft zich zijn koning, En is zijn koningschap verheven.
8God heeft hem uit Egypte geleid; Het heeft hoornen als die van een buffel. Hij verslindt de volken, die zijn vijanden zijn, Vermorzelt hun beenderen, verbrijzelt hun lenden,
9Hij kromt zich, vlijt zich neer als een leeuw, En als een leeuwin; wie durft hem wekken? Die u zegenen, zijn gezegend, Die u vervloeken, vervloekt!
10Maar nu werd Balak woedend op Balaäm; hij sloeg zijn handen ineen, en zei tegen hem: Ik heb u ontboden, om mijn vijanden te vervloeken; en zie, tot driemaal toe spreekt ge zegening uit.
11Maak dat ge wegkomt naar huis. Ik heb beloofd, u vorstelijk te belonen, maar Jahweh heeft u het loon niet gegund.
12Balaäm gaf Balak ten antwoord: Heb ik uw boden, die gij naar mij toezondt, niet gezegd:
13Al geeft Balak mij zijn huis vol zilver en goud, ik kan het bevel van Jahweh niet overtreden, en uit mijzelf iets doen, goed of kwaad; ik spreek slechts, wat Jahweh beveelt.
14Nu keer ik terug naar mijn volk; maar ik wil u eerst nog verkonden, wat dit volk aan het uwe zal doen op het einde der tijden.
15Toen hief hij zijn orakel aan, en sprak: Godsspraak van Balaäm, zoon van Beor, Godsspraak van den man, met het open oog;
16Godsspraak van een, die Gods woorden hoort, En de gedachte van den Allerhoogste kent; Die gezichten van den Almachtige schouwt, En neerzinkt met ontsluierde blik!
17Ik zie Hem, maar niet in het heden, Ik aanschouw Hem, maar niet van nabij: Een ster rijst omhoog uit Jakob, Een schepter komt uit Israël op; Hij verbrijzelt de slapen van Moab, De schedel van al die verwatenen.
18Edom wordt een wingewest, Een wingewist Seïr. Israël zal dappere daden verrichten,
19En heersen uit Jakob; Zijn vijanden zal Hij verdelgen, De resten van Seïr.
20Maar toen hij Amalek zag, hief hij zijn orakel aan, en sprak: De keur der volken is Amalek, Maar zijn nageslacht is ten ondergang gedoemd!
21Toen hij den Keniet zag, hief hij zijn orakel aan, en sprak: Uw woning is stevig, En uw nest is gebouwd op de rots,
22Toch zal Kaïn worden verwoest: Wanneer voert Assjoer u weg?

Read Numeri 24Numeri 24
Compare Numeri 24:3-22Numeri 24:3-22