Text copied!
CopyCompare
De Heilige Schrift, Petrus Canisiusvertaling, 1939 - Numeri - Numeri 13

Numeri 13:3-20

Help us?
Click on verse(s) to share them!
3Moses zond hen dus op Jahweh’s bevel uit de woestijn Paran op weg. Al die mannen waren hoofden van de Israëlieten,
4en dit zijn hun namen: Uit de stam Ruben Sjammóea, de zoon van Zakkoer;
5uit de stam Simeon Sjafat, de zoon van Chori;
6uit de stam Juda Kaleb, de zoon van Jefoenne;
7uit de stam Issakar Jigal, de zoon van Josef;
8uit de stam Efraïm Hosjéa, de zoon van Noen;
9uit de stam Benjamin Palti, de zoon van Rafoe;
10uit de stam Zabulon Gaddiël, de zoon van Sodi;
11uit de stam Josef en wel uit de stam Manasse Gaddi, de zoon van Soesi;
12uit de stam Dan Ammiël, de zoon van Gemalli;
13uit de stam Aser Setoer, de zoon van Mikaël;
14uit de stam Neftali Nachbi, de zoon van Wofsi;
15uit de stam Gad Geoeël, de zoon van Maki.
16Dit waren de namen der mannen, die Moses uitzond, om het land te verkennen; maar Moses noemde Hosjéa, den zoon van Noen, Josuë.
17Moses zond ze dus uit, om het land Kanaän te verkennen, en zei hun: Trekt hier de Négeb in, en bestijgt het bergland.
18Ziet, hoe het met het land is gesteld; of het volk, dat er woont, sterk is of zwak, gering of talrijk;
19of het land, waarin het woont, vruchtbaar of dor is: of de steden, die het bewoont, open zijn of versterkt;
20of de bodem vet is of schraal; of er bomen zijn of niet; toont, dat ge moed hebt. Brengt ook wat vruchten van het land mee; het was toen juist de tijd der eerste druiven.

Read Numeri 13Numeri 13
Compare Numeri 13:3-20Numeri 13:3-20